Groei economie gunstig voor vastgoedmarkt

De Nederlandsche Bank (DNB) heeft de groeiverwachting voor de Nederlandse economie deze week voor de tweede keer op rij naar boven bijgesteld. Voor dit jaar verwachten de economen van de bank een groei van de economie met 2,5%, het hoogste niveau in liefst tien jaar tijd.

Dat is goed nieuws dat ook effect op de woningmarkt zal hebben. Want dergelijke berichten werken positief uit op het consumentenvertrouwen, een belangrijk element in het koopgedrag van de consument. Daarbij is – als gevolg van de reële groei – inkomensverbetering te verwachten en die mag volgens DNB nog wel wat forser uitvallen om de economie verder te stimuleren. Die inkomensverbetering leidt immers tot stijging van consumptie en investeringen en de stijging daarvan heeft weer verdere groei van de economie tot gevolg.

Tot zover het algemene economielesje. Als we inzoomen op de gevolgen voor de vastgoedsector, dan is het logisch te veronderstellen dat die meeprofiteert van het gegroeide consumentenvertrouwen en de inkomensverbetering. Dat staat zo vast als een huis.

Waar de huidige woningvoorraad volstrekt onvoldoende is om de groeiende vraag te beantwoorden, is de bouwproductie een steeds grotere factor van betekenis aan het worden. De bouwsector boekte het eerste kwartaal al om een omzetgroei van 5,5%, blijkt uit cijfers van Rabobank. Deze bank verwacht voor dit jaar een groei van tussen de 4 en 5%. De omzet van de woningbouw steeg in 2016 met 6,5 en de productie met ongeveer 8%. Hier wordt de groei geremd door capaciteitsproblemen, zeggen de economen van de Rabobank. Het groeitempo zakt in de nieuwbouw door onvoldoende beschikbaarheid van direct uitvoerbare bouwplannen. De trage uitvoering van planologische procedures (mede als gevolg van drastische personeelsreducties bij de gemeenten) speelt een rol. Ook tekort aan vakkundige medewerkers bij de bouwbedrijven gaat meer en meer de grenzen van de groei bepalen.

Zo blijkt telkens weer dat overheid en bedrijfsleven zich in de crisistijden onvoldoende voorbereiden op het maken van een snelle omschakeling als de betere tijd aanbreken. Dat is jammer, want daardoor kunnen we nu niet ten volle profiteren van het steeds zonniger economische klimaat.