Een handdruk is niet genoeg

In een gespannen woningmarkt wordt soms op het scherpst van de snede gestreden om de aan- of verkoop van een huis. Om teleurstellingen te voorkomen, meld ik het hier nog maar eens: een mondelinge overeenkomst tussen een particuliere verkoper en een particuliere koper van een huis is niet rechtsgeldig. Dus als je een bod hebt gedaan en de verkoper heeft je de hand gedrukt, kun je daar toch geen rechten aan ontlenen. Ook met een bevestiging per e-mail schiet je niets op. De koop komt pas tot stand op het moment dat een koopovereenkomst door beide partijen is ondertekend. Dit zogenoemde ‘schriftelijkheidsvereiste’ vloeit voort uit de Wet Koop onroerende zaak. Daarna heeft de koper nog eens drie dagen bedenktijd.

Dat is allemaal bedoeld als extra bescherming van de koper, maar in de huidige marktsituatie zien we regelmatig dat een potentiële koper zich ‘bekocht’ voelt als de verkoper zich na een mondelinge toezegging bedenkt, bijvoorbeeld omdat er toch nog iemand hoger heeft geboden. Voor de consument is dat lastig te begrijpen en dat is op zich ook weer begrijpelijk. Soms weet de consument die zich benadeeld voelt nog een advocaat bereid te vinden een brief te schrijven aan de verkoper, maar er zijn inmiddels al heel wat gerechtelijke uitspraken (tot de Hoge Raad aan toe) die het ‘schriftelijkheidsvereiste’ tussen twee particuliere partijen bevestigen.

Niet alleen de hoogte van de prijs kan aanleiding zijn om een eerder aanvaard bod uiteindelijk toch niet te honoreren. Vaak spelen er allerlei ontbindende voorwaarden en aanvullende afspraken een rol in het onderhandelingsproces. Ook die kunnen van invloed zijn op de uiteindelijke beslissing om de woning aan de een dan wel aan een ander te gunnen. Daarom een welgemeend advies aan kopers: denk niet te snel dat de buit binnen is. En voor verkopers geldt: de wet staat weliswaar aan je kant, maar wek niet te snel verwachtingen die je later niet kunt waarmaken. Hou de hand nog maar even in de zak!