De vuist van de bouwwereld

Bouwen. bouwen, bouwen! Sneller, sneller, sneller. Ik heb dat in deze column al vele keren geschreven. Het is de enige manier om de vastgelopen woningmarkt uit het slop te halen. Niet reguleren, maar stimuleren. Het leger gelijkgestemden is steeds groter geworden en nu is er zelfs een heus bouwoffensief. Verenigingen van bedrijven en brancheorganisaties pleiten bij het rijk voor een investeringspakket waarmee de woningproductie kan worden opgevoerd tot 90.000 woningen per jaar.

“De bouwwereld maakt een vuist” kopt het vakblad Cobouw, dat spreekt van een ‘ongekend brede alliantie’ uit de bouwwereld. De alliantie is overigens breder dan alleen ‘de bouwwereld’. Mijn eigen makelaarsvereniging NVM zit er bij, maar ook de Vereniging Eigen Huis, de G40 (netwerk van de 40 grootste gemeenten in Nederland) en de Vereniging van Grondbedrijven. De alliantie voorziet een woningtekort van 419.000 woningen in 2025, terwijl verwacht wordt dat de woningproductie dit jaar al in een dip terechtkomt.

De gemeenten beloven door te gaan met planontwikkeling en vergunningverlening: daadkrachtig optreden, versneld beslissingen nemen en flexibiliteit bieden in programmering en fasering. Er wordt daarnaast gepleit voor een nationaal grondinvesteringsfonds, waaruit gemeenten hun voorinvesteringen voor ontwikkelen en bouwrijp maken van locaties kunnen financieren. En zo zijn er nog tal van andere voorstellen.

De ernst van de situatie wordt zeker erkend door minister Ollongren van Binnenlandse Zaken, ook verantwoordelijk voor de woningbouw. In ‘de Staat van de Woningmarkt’ heeft haar ministerie becijferd dat er tussen 2020 en 2030 845.000 woningen gebouw moeten worden om aan de groeiende vraag te voldoen. Dat ligt dus niet zo ver van die 90.000 per jaar van de alliantie af. Te vrezen valt echter dat die aantallen voorlopig niet gehaald zullen worden. Naar verwachting komen we dit jaar niet verder dan 55.000 woningen in ons land. Er lijkt weliswaar een werkbare oplossing te komen voor de stikstofproblematiek, maar snel schakelen blijft moeilijk. En in hoeverre de gemeenten ook daadwerkelijk flexibiliteit zullen tonen in de programmering, zullen we moeten afwachten. Ik steun natuurlijk de alliantie, maar enige scepsis voel ik ook als het gaat om het omzetten van woorden in daden. Laten we hopen dat de vuist van ‘de bouwwereld’ voldoende gewicht in de schaal legt.