Honkvast en tevreden

Wij Nederlanders mopperen graag, maar toch zijn we best tevreden. Dat blijkt altijd weer uit onderzoek. De vraag naar onze tevredenheid op woongebied dringt zich op, omdat we maar zo weinig woningen te koop zetten, terwijl we er nu toch weer een zeer goede prijs voor kunnen vragen.

Het Economisch Bureau van ING heeft er onlangs een onderzoekje naar gedaan. Daaruit bleek dat gedurende het laatste jaar in Amsterdam 11.000 huizen een andere eigenaar kregen, ongeveer 9% van het totale woningaanbod. Dat percentage was beduidend lager dan vóór de crisis op de woningmarkt, terwijl de huizenprijzen nu 30% hoger liggen. Je zou misschien denken dat die hogere prijzen voor veel Amsterdammers reden is hun huis te koop te zetten (en uiteraard ook voor huiseigenaren in Utrecht en Eindhoven). Dat blijkt niet zo te zijn. De eerste reden is simpel: een beter alternatief ontbreekt! Er is gewoon geen aanbod dat aan de wensen voldoet. Als andere belangrijke reden noemen de onderzoekers de vergrijzing van de huizenbezitters.

In Amsterdam is bijna één op de vijf huizenbezitters boven de 60 jaar. Zij hebben vaak de bewuste keus gemaakt in de stad te gaan wonen en tonen zich daarin standvastig. Ze vinden het vast een leuke gedachte dat hun huis meer waard is, maar zien kennelijk geen reden om die waardevermeerdering te verzilveren. Ook blijkt hieruit weer dat ouderen – zoals soms ten onrechte gedacht – er helemaal niet op uit zijn om plotseling kleiner te gaan wonen.

Hoewel harde gegevens ontbreken, verwachten de ING-onderzoekers dat een toenemend aantal mensen dat wel verhuist, de oude woning in bezit houdt om die te verhuren, bijvoorbeeld aan expats die daar flink voor willen betalen. De voornaamste oorzaak van uitblijvende beweging lijkt toch tevredenheid te zijn. Dat is in lijn met eerder – landelijk – onderzoek: 94% van de huiseigenaren is tevreden tot zeer tevreden met de eigen woning. In combinatie met het uitblijven van een beter alternatief is dit kennelijk een voorname reden om – honkvast en tevreden – te blijven zitten waar men zit.