Oververhitting

Het is – zeker na deze bijzonder warme en zonnige zomervakantie – niet gek om nog eens stil te staan bij het begrip ‘oververhitting’. Plotseling kunnen we ons daar wat meer bij voorstellen in dit vanouds koude kikkerlandje. Ook bij het begrip ‘opdroging’ hebben we plotseling een beeld.

Het zijn woorden die nogal eens genoemd worden als het gaat over de toestand van onze woningmarkt. De meest recente cijfers – van het Kadaster over de maand juli – laten echter zien dat er weliswaar minder woningen zijn verkocht dan een jaar eerder, maar dat het aantal verkopen toch op een hoog niveau blijft. Het waren er bijna 20.000. Alleen in de jaren 2017, 2016, 2002, 1999 en 1998 werden er meer woningen verkocht in de maand juli, traditioneel niet een van de sterkste maanden. De vermindering t.o.v. het voorgaande jaar was het sterkst in de Randstad, waar de verschijnselen van (o)ververhitting – klein aanbod, sterk stijgende prijzen – zich meestal het sterkste voordoen.

Het CPB becijferde onlangs dat de huizenprijzen weliswaar flink stijgen, maar dat de reële prijzen nog ruim 13% onder de vorige piekperiode op de woningmarkt (2008) liggen. De onderzoekers komen tot de conclusie dat we in een tijdperk van ‘niet-problematische oververhitting’ leven. Er is verkrapping van de markt en er is sprake van sterk stijgende prijzen, omdat er onvoldoende evenwicht is tussen vraag en aanbod op korte termijn. Het risico op een echte ‘bubbel’ – waarin de huizenprijzen veel hoger zijn dan de onderliggende fundamentele waarde – is nog niet zo groot, aldus het CPB. De lage rente speelt daarin een rol, evenals het feit dat er – als uitvloeisel van de voorgaande crisis – te weinig nieuwbouw gereed is gekomen. Daar is nog een achterstand in te lopen!

Vertrouwen in de woningmarkt is dus nog steeds op zijn plaats, maar de nieuwbouwopdracht blijft onverminderd groot. We weten – dankzij deze hete vakantie – dat te hoge temperaturen kunnen leiden tot volledige inactiviteit. En dat een opgedroogde waterstroom geen enkele beweging laat zien. Laten we hopen dat overheden en bouwers het hoofd koel hebben gehouden en er na deze vakantie weer keihard tegenaan gaan.